Sinds 2021 werkt Sandra Kloezen op woensdagochtend als receptionist bij Kruispost. Haar medische achtergrond, hart voor de medemens en Portugese talenkennis komen mooi samen in deze rol.
Voordat Kruispost opengaat, staat er vaak al een groep mensen te wachten. Soms zelfs al een uur, ook bij slecht weer. Doet mij denken aan een Afrikaanse polikliniek. Het staat in schril contrast met hoe het er in Nederland gewoonlijk aan toegaat: dan ga je gewoon iets voor de afgesproken tijd naar binnen.
Eenmaal binnen krijgt iedereen een nummer dat de volgorde bepaalt om bij de arts te komen. Zelf weten ze heel goed wie er eerst was en wie daarna. O wee als je iemand voortrekt: dan word je als receptionist onmiddellijk gecorrigeerd. Deze mensen worden al zo vaak ongelijkwaardig behandeld. Daarom is het extra belangrijk om hier zorgvuldig in te zijn. Zwangere vrouwen, jonge kinderen en ouderen geef ik altijd voorrang. Dat leg ik dan wel altijd uit in de wachtkamer, anders ontstaat er direct onrust. Als je het uitlegt, knikt iedereen begripvol.
In de wachtruimte zit altijd een ratatouille aan mensen. Van Farsi tot Pools en van Marokkaans tot Oekraïens: het is meestal een kakofonie van woorden uit alle delen van de wereld. Soms helpt iemand een ander spontaan met vertalen. Soms vinden mensen het naar om naast iemand te zitten die onrustig is of duidelijk op straat leeft en misschien niet zo fris ruikt.
Het wachten vindt niet alleen buiten plaats, maar gaat binnen verder. Soms duurt het uren voordat er iemand aan de beurt is. Zo wilde een jonge vrouw eens haar implanon vervangen: een voorbehoedsmiddel in de vorm van een staafje dat onder de huid zit. Omdat dat best een ingreep is qua tijd kon dat pas aan het einde van het spreekuur, terwijl ze er al om 9.45 uur was. Het spreekuur duurt officieel tot 12.00 uur, maar loopt vaak uit tot 13.00 uur. Drie uur wachten vond ze geen probleem. Ze bleef gewoon rustig zitten. In de Nederlandse samenleving is dat ondenkbaar.
Jarig
Tijdens een dienst trekt de hele wereld aan je voorbij. Het wekt nieuwsgierigheid op als iemand er verzorgd uitziet, terwijl die dakloos is. Het geeft aan dat een paar verkeerde afslagen je op een totaal ander spoor kan brengen. Wat het verhaal is van deze mensen blijft vaak gissen. We vangen weleens wat op of mensen delen het uit zichzelf, maar er echt naar vragen doen we niet. Ze hebben vaak al weinig privacy op straat. Achter iedere patiënt zit zoveel waarvan we geen weet hebben. We doen wat we kunnen, al is het maar een topje van de ijsberg.
Kan iemand een taxi niet betalen, dan helpen we soms met een bijdrage uit de kas. Sommige zaken zijn helaas niet met geld op te lossen. Een voorbeeld hiervan diende zich eerder dit jaar aan. Bij binnenkomst vragen we altijd naar de naam en geboortedatum van de patiënt. Op een dag kwam er een jongen van midden twintig binnen. Toen hij zijn geboortedatum noemde, bleek dat hij die dag jarig was. Hij reageerde verbaasd op dat gegeven. Waarschijnlijk leefde hij op straat, waar je verjaardag een dag is als alle andere. Uit een voorraadkast trokken we een zak M&M’s bij wijze van cadeau. Terug in de spreekkamer zongen we met z’n allen Happy birthday. De wetenschap dat hij dit niet met dierbaren kon delen, is natuurlijk hartverscheurend.
Ongelijk
Aan tragische verhalen is er onder de patiënten vaak geen gebrek. We zien relatief veel Noord-Afrikaanse mannen tussen de twintig en dertig jaar. Die zijn meestal ongedocumenteerd en hebben nul perspectief. Na een lange reis naar Amsterdam belanden ze op straat. Ze leven meestal met nare trauma’s. Eén man vertelde eens zoveel nachtmerries te hebben dat hij niet in de nachtopvang wilde slapen. Die was dus veroordeeld tot het doorbrengen van de nacht in de buitenlucht.
Ook een Oost-Europees echtpaar van tegen de veertig jaar is ene schrijnend voorbeeld. Ze hadden beiden gewerkt onder oneerlijke arbeidscontracten, waar de huisvesting en zorgverzekering bij zijn inbegrepen. Per direct was hun overeenkomst beëindigd, omdat het bedrijf hen niet meer nodig had. Bovendien liet hun baas na te betalen voor hun diensten. Net toen ze zonder werk op straat kwamen te staan, viel de man van de trap. Hij zat in het gips en wachtte op een operatie in het ziekenhuis. Als Europeanen waren ze niet welkom in de nachtopvang. Tot overmaat van ramp waren ’s nachts op straat haar paspoort en hun laatste geld gestolen. De man had enorme stress. Zeer begrijpelijk als werkelijk alles tegelijk misgaat. We bellen in zulke gevallen rond om een bed te regelen, wat dan voor hem als patiënt meestal wel lukt maar niet voor haar. En voor de lange termijn lost dat uiteindelijk natuurlijk niets op. Het basisprobleem is vaak vele malen groter. De eerste duizend dagen na de bevalling zijn cruciaal, dat hoor je vaak en zie je ook terug bij veel van onze patiënten. Als die start slecht is, is de kans groot dat de rest van je leven moeilijk wordt.
De Brazilianen in Nederland hebben hun leven over het algemeen best goed op orde. Ze zijn binnengekomen met een toeristenvisum en werken in de schoonmaak of de bouw, regelen onderling werk voor elkaar en kunnen in appartementen terecht. Wat ze niet kunnen, is terugvallen op een sociaal vangnet. Ze zijn onverzekerd, dus als ze ernstig ziek worden of een ongeluk krijgen, hebben ze een probleem. Er kwam eens een dove Braziliaanse man langs. Hij sprak geen ander taal dan Portugees. Ontzettend onhandig natuurlijk. Liplezen in het Nederlands was natuurlijk onmogelijk. Terug in Brazilië zou zijn leven waarschijnlijk een stuk makkelijker en wellicht ook gelukkiger zijn.
Anders is het bij die gevluchte Noord-Afrikaanse jongens wiens asielaanvraag is afgewezen. Zij kunnen niet terugvallen op een community zoals dat van de Brazilianen. De kans dat zij als drugskoerier of op een andere manier in een verkeerd circuit belanden, is groot. Het toont aan hoe ongelijk de wereld is verdeeld. Dat is een heel grote en nare weeffout in ons systeem.